Relevantie & probleemschets
Ziekenhuisinfecties, of beter: zorginfecties, zijn infecties die men als bewoner of patiënt kan oplopen tijdens een verblijf in een ziekenhuis of woon-zorgcentrum, maar ook bij thuisverzorging. Infecties met MRSA en andere microben die resistent zijn tegen antibiotica zijn daarbij de grootste boosdoeners.
Iedereen, dus ook gezonde mensen en kinderen, kunnen besmet worden na contact met MRSA-dragers en dus zelf ook drager worden. De kans dat gezonde mensen een MRSA-infectie krijgen is echter zeer klein, maar ze kunnen de bacterie wel overdragen.
Screening afwezig
Bij opname in een woon- of zorgcentrum wordt niet systematisch gescreend op MRSA. Indien er echter een vermoeden bestaat dat een bepaald persoon mogelijk blootgesteld werd aan MRSA en daardoor een verhoogde kans op dragerschap van MRSA bestaat, zal alsnog een screening uitgevoerd worden.
Indien bij opname of verblijf in een ziekenhuis of zorgcentrum echter vastgesteld wordt dat iemand drager is van de MRSA-bacterie, treedt een scala aan specifieke maatregelen in werking om te vermijden dat:
- de bacterie verspreid wordt;
- andere patiënten of bewoners eveneens besmet raken.
Elk ziekenhuis en zorgcentrum volgt daartoe bepaalde vastgelegde procedures. Deze maatregelen zijn immers essentieel om andere patiënten of bewoners te beschermen, ook indien men zelf geen hinder van de bacterie ondervindt.
Beter voorkomen dan genezen
Handhygiëne
Zowel bewoner of patiënt als personeel in het woon-zorgcentrum of ziekenhuis alsook externe bezoekers dienen steeds een strikte handhygiëne in acht te nemen. Dit geldt overigens niet alleen in het geval van een MRSA-besmetting. Het is een algemene maatregel die in alle omstandigheden nageleefd moet worden.
Isolatie
In een woon-zorgcentrum, waar de mensen doorgaans minder kwetsbaar zijn dan in een ziekenhuis, is isolatie in een aparte kamer vaak mogelijk noch wenselijk. Vaak volstaan de extra hygiënische voorzorgsmaatregelen. Een automatische desinfectie biedt hiertoe mogelijk een gepaste oplossing.
Theoretisch model
Het basisprincipe in geval van een besmetting met MRSA schrijft echter voor dat de met de bacterie besmette persoon niet langer verblijft in eenzelfde ruimte samen met personen vrij van MRSA. Aparte kamers met afzonderlijke sanitaire faciliteiten dienen ingericht te worden om één of meerdere met MRSA gekoloniseerde personen te groeperen in deze specifiek daartoe voorziene ruimte. Deze ruimte kan vervolgens doeltreffend ontsmet worden.
In de praktijk
Indien huisvesting in een afzonderlijke kamer niet mogelijk is en de bewoner met MRSA de kamer deelt met een andere bewoner, spreekt het voor zich dat deze persoon niet in aanraking kan en mag komen met:
- iemand met toegang tot allerhande ingangen zoals insteekplaatsen (suprapubisch, gastrostomie, …);
- open wonden;
- een verminderde weerstand.
Andere hygiënische maatregelen
Volgende nuttige tips dragen eveneens bij tot een correcte toepassing van het infectiepreventiebeleid:
- Een kamer dient dagelijks of minstens 2x per week gereinigd te worden.
- Oppervlakken die vaak met de handen aangeraakt worden -deurknop, toilet, oproepsysteem, telefoon, …- worden best dagelijks ontsmet.
- Al het verzorgingsmateriaal (bedpan, toiletstoel, looprek, kam, scheerapparaat, …) wordt zo mogelijk persoonlijk gehouden. Indien het bij meerdere patiënten gebruikt wordt (bv. een thermometer of bloeddrukmeter), dient het na gebruik gereinigd én ontsmet of gesteriliseerd te worden. Hiertoe kan een automatische desinfectie eveneens aangeraden worden, hetgeen u toelaat om de betreffende objecten evenals de gordijnen in de te desinfecteren ruimte te laten tijdens de eigenlijke desinfectie.
- Was linnen en kledij steeds op maximale temperatuur (min. 60°C).